Volhardend, in 3D

Men kan vele verwijten aan het adres van de centrale banken sturen, maar een gebrek aan doorzettingsvermogen kan hen niet aangerekend worden. De ECB verhoogde recent opnieuw haar basistarief met 25 basispunten en dit ondanks het feit dat de Europese bedrijven kreunen onder het gewicht van de sterk verhoogde financieringskosten, de verdere terugval van de conjunctuurindicatoren en de toenemende onweerswolken die samentroepen in het luchtruim, boven het Avondland.  Onder meer ook door een verdere krimp in de exportmogelijkheden naar China, dat er maar niet in slaagt zich uit haar economische modderbrij te hijsen, spijts alle stimulansen, subsidiëringen, rentedalingen en verdere versoepelingen bij kredietverstrekking. Een indrukwekkende lijst van maatregelen met telkens evenveel effect als pleisters op een houten been. De Chinese economie bevindt zich in een houdgreep door haar dramatische demografische terugval, haar onoverzienbare schuldenprobleem (dat alleen verergerd wordt door de opgelegde lagere rentetarieven en de toegekende soepelere kredietvoorwaarden voor banken), wankele vastgoedbedrijven en obscure schaduwbanken, die buiten de controle van de centrale bank opereren.

De laatste bittere pil die de Europese centrale bank aan haar economie opdrong, werd begeleid met een opvallende reeks vergoelijkende commentaren en een quasi belofte dat dit de laatste opsprong van de beleidsrente zou zijn. Waarom eigenlijk?  Met een kerninflatie boven 5% kan men bezwaarlijk beweren dat de doelstelling van 2% op jaarbasis binnen bereik zou zijn en evenmin dat het monetaire juk dat over de voorbije 18 maanden werd opgelegd, enig nut heeft gehad.

Volharden doet ook de inflatie, net als de centrale banken. De vorige resem rentestijgingen heeft de Europese inflatie slechts in beperkte vertraagd, ondanks de scherpe daling van voedsel-, energie- en grondstoffenprijzen op de wereldmarkten, het geleidelijk wegebben van knelpunten in de toeleveringsketens en het stilvallen van de groei van de geldmassa.

Dat de Europese inflatie zo weinig terrein heeft prijsgegeven, ondanks de gunstige evolutie van onderliggende factoren en het monetaire grof geschut, wijst op structurele problemen in de Europese economie.  De sterke concentratie aan de aanbodzijde verstoort op ernstige wijze de prijsvorming door een gebrek aan concurrentie in de energie- en voedselmarkten.

In plaats van de oorzaken hiervan aan te pakken, vergenoegt men zich met simplistische commentaren over de gevolgen. Hiervoor vind je altijd een gewillig instemmend publiek. Symptomatisch hiervoor is de recente commentaar van de voorzitter van de Franse Nationale Bank (en lid van de ECB), éne Villeroy de Galhau: “Inflatie is een ziekte en de renteverhogingen beginnen te werken. Wij denken dat 4% een goed niveau is.”

Inflatie is helemaal geen ziekte maar een teken dat er ergens iets ontspoort in de economie en werkt als een afweermechanisme zoals oplopende koorts, die wijst op een onderliggende ontsteking of een infectie.

Maar net als de onwetende chirurgijns, die tot diep in de negentiende eeuw hun koortsige patiënten met aderlatingen versneld naar hun exit dreven, grijpt men ook nu naar een spectaculaire gemakkelijkheidsoplossing met averechtse gevolgen: Rentestijgingen die bedrijven verplichtten om hun sterk gestegen financieringskosten door te rekenen en de inflatie verder aan te jagen.

Of ook de Amerikaanse centrale bank zal volgen met een bijkomende rentesprong, is momenteel nog een open vraag. De financiële markten hebben echter al een duidelijk antwoord klaar wat betreft de onmiddellijke toekomst en geven slechts een symbolische kans van 1% aan een scenario waarbij de Amerikaanse bank de beleidsrente in september verhoogt met een kwart procent. Voor de komende FOMC-vergaderingen van december en januari loopt deze kans echter opnieuw op tot 1/3de.

Maar veel belangrijker dan de effectieve rentebeweging zal de begeleidende commentaar zijn over het verwachte pad dat de rente zal volgen in 2024. Ook de Amerikaanse economie begint stilaan maar zeker te zwichten onder het gewicht van de drastisch opgelopen rente. Zelfs de zo robuuste arbeidsmarkt vertoont sporadische tekenen van verzwakking. De Fed moet stilaan tot het inzicht komen dat ze haar wurggreep mag lossen zodat de beleidsrente haar piekwaarde in het vizier krijgt. Rentedalingen zijn echter nog verre toekomstmuziek en staan pas in het najaar van 2024 op de agenda.

De evolutie van de algemene inflatiecijfers wijst op een zeer trage afbouw van de prijsspanningen, recent zelfs opgeschrikt door grillige sprongen in de ongewenste richting. Toch daalt de kerninflatie onmiskenbaar en volgt een moderaat neerwaarts pad, sterk vergelijkbaar met de ontwikkelingen tijdens het duistere begin van de jaren ’80. De voorzitter van de Fed vraagt (terecht) om hierbij nadrukkelijk de evolutie van de kerninflatie, na correctie voor de traditioneel traag reagerende huurprijzen, van nabij te volgen. Hieruit kan men zich een beter beeld vormen over de toekomstige trend van de prijsindicatoren.

Maar intussen blijft de onzekerheid aan het beleggersvertrouwen knagen en dit weegt vooral zwaar op de obligatiemarkten in de VS, waar de lange termijnrente hoog blijft (en zelfs verder dreigt verder op te lopen) ondanks een bescheiden maar toch tastbare afname van de Amerikaanse kerninflatie.

Dit gegeven heeft een veel grotere, meer verstikkende impact op de economische ontwikkelingen dan de stijging van de korte termijntarieven van de centrale bank.  De oorzaken voor deze nefaste ontwikkeling zijn snel gevonden. In mindere mate valt dit toe te schrijven aan de recente ratingverlaging van de VS door het ratingbureau Fitch[i]. Belangrijker is echter de recente politieke goedkeuring van het schuldenplafond waardoor de Amerikaanse overheid opnieuw grote hoeveelheden nieuw schatkistpapier op de markt kan brengen. Maar de grootste bijdrage aan het oplopen van de lange termijnrente komt opnieuw van de Fed: In een poging om haar balans te laten krimpen na de massale inkopen van overheids- en bedrijfsobligaties in 2020 en 2021, heeft de Amerikaans centrale bank zich dit jaar al ontdaan van zo’n slordige 800 miljard US$ aan overheidspapier en meer dan 100 miljard US$ aan hypotheekleningen. Het mag dan een klein wonder geheten worden dat de lange termijnrente niet nog meer is opgelopen.

Maar volharding is ook terg te vinden op de aandelenbeurzen. Ondanks alle rentegeweld volgen de meeste aandelenindices een gekarteld opwaarts pad. Na vele maanden van stroomopwaarts zwemmen begint de vermoeidheid echter door te wegen. De beurzen worden aarzelend en sporadische luchtzakken nemen steeds ernstigere proporties aan.

Het wordt de hoogste tijd dat deze turbulenties afnemen en de financiële markten naar een stabielere weerzone worden genavigeerd. Niets sluit uit dat we al binnen enkele maanden in dergelijke omstandigheden terecht komen wanneer de rentepieken bereikt worden en de economieën in de VS en de Eurozone hun herstelfase inzetten.

De Amerikaans beurzen hebben echter al een flink voorschot genomen op een dergelijk gunstig scenario en dit leidt tot gespannen waarderingen, zeker wat betreft de stratosferische (maar daarom niet onterechte) koers/winstverhoudingen van enkele megabedrijven, ruim boven de 30 (en soms nog flink hoger).

De huidige waardering van NADAQ 100-index[ii] gaat uit van groeiprognose 8% in 2024, oplopend tot 14% tegen eind 2025 en versnellend tot (flink) boven de 30% tegen eind 2026. Een dergelijke ontwikkeling is niet noodzakelijk onrealistisch maar zal regelmatig een lakmoestest moeten ondergaan.

De aandelenmarkten van de Eurozone reageren moderater, maar bevinden zich met een return van 13% in het lopende jaar mee in de kopgroep, ondanks de zwakke lezing van de conjunctuurindicatoren, de onmiskenbare groeivertraging in de industriële sectoren en de hardnekkige inflatie. Deze stijging compenseert de verliezen op de aandelenbeurzen in 2022, wat op zijn minst gezegd niet geldt voor Europese overheidsobligaties op lange termijn  die nog steeds aankijken tegen een historisch verlies van bijna 20%.

Een verrassend sterke evolutie van de Europese beursindex, die voor een belangrijk deel moet worden toegeschreven aan de opvallende krachttoer van de commerciële banken, na een decennium van ontgoochelde beursprestaties. De substantiële verbetering in hun financiële marges, ontstaan uit het toenemende verschil tussen de interbancaire rente en de vergoeding voor spaardeposito’s, vertaalt zich in een aanmerkelijk hoger niveau van bedrijfswinsten, die zich nu terug bevindt op het peil van rond de eeuwwende (en dat is intussen meer dan 20 jaar geleden …).

 


[i] Naar onze schatting veroorzaakt dit een stijging van de lange termijnrente in de VS met 20 à 25 basispunten.

[ii] De NASDAQ 100-index investeert in 100 Amerikaanse groeibedrijven. Door de koersevolutie van enkele van de belangrijkste individuele waarden tijdens de laatste jaren is deze index sterk geconcentreerd geworden, waarbij 5 bedrijven meer dan 50% van de marktkapitalisatie vertegenwoordigen: Apple, Amazon, NVIDIA, Alphabet en Microsoft.

Spitsroeden lopen

Zoals het augustus als vanouds betaamd, biedt deze maand enkel treurnis alom. Ware het niet voor het toevallige feit dat dit een zomermaand betreft, zouden we pleiten voor de afschaffing -en dit bij voorkeur met onmiddellijke ingang.

Moest men dit al eerder hebben gedaan, zou de mensheid  veel leed bespaard gebleven zijn. In augustus 1914 viel een dolgedraaide horde Teutoonse barbaren ons landje binnen. België zou de kaalslag nooit helemaal te boven komen. In 1940 begon de Battle of Britain, in augustus, natuurlijk. Diezelfde Nazi-bende koos in 1942 ook deze maand om Stalingrad binnen te trekken en dit ondanks het voor het Westen (en vooral Polen) zeer nadelige niet-aanvalspact tussen de Sovjet-Unie en Duitsland. Een duivelspact, ondertekend in -jawel-augustus 1939. De atoombommen vielen op Hiroshima en Nagasaki, respectievelijk op de 6de en 9de dag van de Oogstmaand.

De Visigoten plunderden Rome kaal in 410. In augustus- of wat had u gedacht. De meest waarschijnlijke datum voor de eruptie van de Vesuvius die Pompeï in het jaar 79 van de kaart veegde is 24 augustus. In diezelfde maand, zij het 18 eeuwen later, overgedaan door de ontploffing van de Krakatau. Viermaal krachtiger dan de zwaarste atoombom die tot nu werd uitgetest.

De bouw van de Berlijnse muur begon 1961- in de intussen gekende rampmaand. In augustus 1964 was een onbelangrijk incident in de baai van Tonkin genoeg om de mensonterende oorlog in Vietnam te laten ontbranden. In augustus ’66 stopte de Beatles voorgoed met liveoptredens. De Sovjettroepen trokken Praag binnen in augustus 1968. De (eerste) Golfoorlog begon met de Iraakse invasie in Koeweit op 2 augustus 1990. In de laatste augustusdagen van 2011 schoven de Franse banken plots onderuit, onder het gewicht van de aanhoudende schuldencrisis in de Eurozone …

We kunnen zo nog een uurtje doorgaan. Genoeg euvel en rampspoed om te spreken van een ware augustusvloek.

Deze vloek geldt ook voor de financiële markten, waar tijdens de Oogstmaand naar slechte gewoonte aandelenbeurzen en obligatiemarkten doorzeefd worden met scherp neerwaarts gerichte correcties. Zeer volatiele koersbewegingen in augustus vormen meestal de prelude voor een turbulent najaar, zoals bijvoorbeeld in 1987 (met een beurskrach in oktober), in 1998 (met de implosie van LTCM in september) en 2011 (met een dreigende, systemische crisis in de Eurozone die pas een jaar later tot bedaren kwam).

De turbulentie op de financiële markten tijdens de laatste weken, komt dus geenszins als een verrassing. De bedrijfsresultaten over het tweede kwartaal van 2023 vielen in de VS echter behoorlijk mee[i] zodat koerscorrecties deze keer beperkt[ii] blijven, zeker in vergelijking met de substantiële opsprong van de aandelenkoersen sinds het begin van het jaar.

Grafiek 1: Evolutie van enkele beursindices sinds 01/01/2023 (returnindex in eigen munt)Evolutie 2023, so far, so good.

De S&P index, de NASDAQ en de (meer geconcentreerde) NASDAQ 100-index staan nog steeds respectievelijk 15%, 30% en 37% in de plus sedert het jaarbegin. De FANG-index zelfs met 68%. De MSCI Eurozone- index kan een lovenswaardige winst van 13% laten optekenen, weliswaar grotendeels te danken aan de commerciële banken die de opvallende stijging van hun financiële marge vertaalt zien in stevige koerswinsten.

Een dergelijke klim nodigt uit tot tussentijdse winstnemingen, wat opnieuw opportuniteiten creëert voor het najaar. De bedrijven die de grootste vooruitgang hebben geboekt, zijn het meest kwetsbaar voor tijdelijke correcties. Zelfs na de bekendmaking van beter-dan-verwachte bedrijfswinsten over het voorbije kwartaal dienen ze spitsroeden te lopen, meestal met scherpe koerscorrecties tot gevolg.

Indien u ergens op zolder nog een maliënkolder liggen zou hebben, dan komt die nu goed van pas want er rest weinig anders dan dit lijdzaam te ondergaan en intussen van de gelegenheid gebruik te maken van dergelijke solden en de voorraadkast aan te vullen. Geleidelijk en na de kwaliteit van deze bedrijven grondig te hebben afgetoetst, natuurlijk.

De recente terugslag op de wereldbeurzen houdt ongetwijfeld ook verband met de toegenomen onzekerheid over de volgende stap(pen) van de centrale bankiers in Washington DC en Frankfurt.

De rotsvaste overtuiging dat de Amerikaanse centrale bank haar laatste opwaartse stap in juli had gezet en vervolgens kon uitgekeken worden naar rentedalingen vanaf het tweede kwartaal van 2024, heeft intussen plaats gemaakt voor verregaande twijfels over de toekomstige intenties van de Fed. De kans op een nieuwe renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank op 1 november is intussen terug opgelopen naar 42%. Tijdens de eerstvolgende vergadering van de centrale bank, op 20/9[iii],  zou naar alle waarschijnlijkheid de pauzeknop worden ingedrukt.

Ondanks de zwakkere conjunctuurcijfers in de Eurozone zal de ECB ook deze opwaartse stap slaafs volgen, maar de economische zwakte die blijkt uit het laatste PMI-rapport, lijkt het aannemelijk dat in september de pauzeknop zal worden ingehouden.

Maar daarna is het écht welletjes geweest met deze zinloze aderlatingen die gebaseerd op een complete misinterpretatie van de huidige economische omstandigheden. De economische groei is weliswaar sterker dan verwacht in de VS, maar dat fenomeen is vooral toe te schrijven aan specifieke demografische patronen waardoor de arbeidsmarkt (en als gevolg dus ook de consumptieve bestedingen en de vraag naar huurwoningen) bijzonder sterk blijft.

Monetaire politiek oefent hierop geen enkele invloed uit. Integendeel, verhogingen van de beleidsrente wakkeren de inflatie onnodig aan door de stijgende financieringskosten die aan de kassa van de warenhuizen en bij het afsluiten van huurcontracten volledig worden doorgerekend aan de consument en de huurder. De huidige bewindsploegen laten zich echter leiden door totaal voorbijgestreefde concepten[iv].

Nog een stapje hoger kan wellicht geen kwaad, nadat de resem stijgingen van de beleidsrente de beurzen en de economie op zich niet fundamenteel hebben geschaad. Of deze keer misschien toch? Het doet ons denken aan het verhaal over een marathonloper die verbaasd is als hij verneemt dat bij de aankomst in het olympisch stadion nog een ronde op de atletiekpiste moet worden afgelegd en dan vervolgens in mekaar zakt[v].

Zover strekt onze vrees zich voorlopig niet uit. Maar de onzekerheid over het bereiken van een piek van de kortetermijnrente vormt de aanleiding tot het zoveelste uitstel van de start van de langverwachte economische herstelperiode en werpt zijn schaduw over de waardering van groeigerichte bedrijven.

De lange termijnrente zwiept intussen vervaarlijk met zijn staart in de VS en de Eurozone. Dit komt onverwacht en (vooral) bijzonder ongelegen.  In de VS daalt de CPI-inflatie naar een lager niveau en is de premie voor een eventuele faling van Amerikaans Overheidspapier bijna volledig weggesmolten na het bereikte politieke akkoord over de verhoging van het schuldenplafond.

Maar dit creëert een averechts effect op de lange termijnrente. De Amerikaanse Overheid kan immers sinds het akkoord opnieuw (veel) meer schuldpapier uitgegeven. Het gestegen aanbod aan Treasury Bills veroorzaakt vervolgens een opwaarts effect op de lange termijnrente, ondanks de dalende trend van de inflatiecijfers.

De Fed doet hier nog een schepje bovenop. De Amerikaans centrale bank verkoopt immers momenteel het schatkistpapier dat massaal werd opgekocht in 2021. Hierdoor stijgt het aanbod van schatkistpapier op de obligatiemarkten nog verder en klimt de rente op Amerikaans Overheidspapier tot een niveau dat we sinds oktober 2007 niet hebben moeten optekenen.

Hetzelfde betreurenswaardige lot ondergaat ook schuldpapier dat is gelinkt aan hypotheekleningen. De hypotheekrente wordt naar niveaus gestuwd die de laatste twee decennia niet werden waargenomen.

De bedoeling van de Fed is om via een afkoeling van de bouwactiviteit de druk op de arbeidsmarkt te verlagen, waar overigens nauwelijks een effect voelbaar is. De bouwsector vertegenwoordigt echter slechts 2% van de totale arbeidsmarkt, terwijl de hogere hypotheekrente de huurprijzen (goed voor meer dan een derde van de CPI-kernindex) sterk verhoogd. Te dwaas voor woorden…

Ook de Europese lange termijnrente is terug een opwaarts pad ingeslagen. Deels als rechtstreeks gevolg van de Amerikaans rentebewegingen, deels echter ook toe te schrijven aan het bijzonder weerbarstige karakter van de Europese inflatie, die weigert op te schuiven in de goede richting. Dit mag ons niet verbazen. De structuur van de Europese economie laat blijkbaar toe dat eindprijzen voor de consument nog steeds hoog blijven, ondanks de scherpe daling van de grondstoffen-, voedsel- en energieprijzen die zich medio 2022 wist door te zetten. Aan de grondslag van deze wraakroepende situatie ligt een gebrekkige concurrentie, ondanks een papieren berg aan EU-maatregelen om dit te voorkomen.

De Chinese economie verzinkt steeds verder in een moeras dat wordt gevormd door haar 3D probleem: debt, deflation and demographics

Het klassieke wonderdrankje waarmee de Rode Reus zijn economie in het verleden wist op te peppen, bestond uit een mix van lagere rente en minder stringente kredietvoorwaarden voor banken. Dit bevoorraadde de Chinese economie met veel en goedkoop krediet maar leidde tevens tot verregaande scheeftrekkingen en een vervaarlijke schuldopbouw.

Verdere dalingen van de reserve ratio’s voor banken brengen de financiële sector in gevaar en nog lagere rente zal alleen de schuldgraad verder aanwakkeren. Ook de Chinese overheid doorziet het gevaar dat hiermee gepaard gaat, zeker wanneer ook rekening wordt gehouden met de wankele toestand waarin de bouwpromotoren zich bevinden en de omvang van de schaduwbanken, die moeilijk onder controle kunnen worden gebracht. Vandaar dat de rentedaling die enkele dagen werd doorgevoerd, veel beperkter is gebleven dan oorspronkelijk werd aangenomen.

In tegenstelling tot de Westerse economieën die brandhaarden van inflatie moeten bestrijden, ondergaat China een deflatoire trend met een dalende algemene prijsindex. We vermoeden dat de Chinese overheid dit bewust na streeft. De vastgestelde prijsdalingen zijn immers vooral gerelateerd aan afnemende voedingsprijzen.

Dit is de beste manier om verder gemor bij de lokale bevolking de pas af te snijden. Vergeet immers niet te snel dat China tussen 1959 en 1961 een vreselijke hongersnood moest doorworstelen die 300 miljoen mensen impacteerde en (naar schatting) tot 55 miljoen rechtstreekse slachtoffers maakte. Dit gegeven ligt immers nog steeds bijzonder gevoelig en vormt een belangrijk deel het collectieve bewustzijn. De herinnering hieraan is voldoende om het regime te laten wankelen. Met lagere voedselprijzen kan men het vertrouwen snel herstellen.

Het derde probleem waarmee de Chinese regering wordt geconfronteerd is haar desastreuze demografische ontwikkeling als het gevolg van de één-kind-politiek[vi] die werd opgelegd vanaf 1976. Chinese baby boomers gaan nu massaal op pensioen[vii] en worden onvoldoende opgevangen door nieuwkomers. Maar wat het allemaal nog erger maakt: Ondanks de nijpende schaarste aan jonge werkkrachten, heerst er een zeer hoge jeugdwerkloosheid in China. Dit duidt op een fundamenteel onevenwicht tussen de gevraagde en aangeboden skill set bij jongeren. Dit werd vroeger verdoezeld door massale aanwervingen in de bouwsector maar door de afgenomen activiteitsgraad is dit afzetgebied opgedroogd.  Maar dat probleem is gemakkelijk op te lossen: De Chinese overheid publiceert vanaf deze maand geen statistieken meer over jeugdwerkloosheid…

Bij de asset allocatie blijft de voorkeur uitgaan naar aandelen, ondanks de relatief lage risicopremies en het rondje spitsroeden lopen dat we nu (en waarschijnlijk herhaaldelijk) moeten doorlopen. De nadruk blijft liggen op Amerikaanse groeigerichte bedrijven die voldoen aan onze kwaliteitsnormen.

Ooit komt er nog wel een moment dat obligatieposities terug een weg naar onze beleggingsportefeuille zullen vinden, maar dat bevindt zich nog te ver in de toekomst, ergens op een moeilijk voorspelbaar tijdsstip wanneer de neerwaartse inflatoire trend zich onmiskenbaar heeft weten door te zetten en de centrale banken de afbouw van de obligatieposities in hun balans stopzetten.  De huidige hoge stand van de lange termijnrente lijkt echter ook een beleggingsopportuniteit. We bouwen vandaar onze vastrentende positie terug op, zij het zeer geleidelijk en met voorzichtige kabouterstapjes, telkens wanneer er zich weer een uitverkoop op de obligatiemarkten voordoet.


[i] Tot nu toe zijn de gepubliceerde resultaten voor het tweede kwartaal 7,8% beter dan initieel vooropgesteld. Er is echter een grote verscheidenheid wat betreft de winstvooruitzichten voor het derde kwartaal van 2023.

[ii] Het verlies in augustus beperkt zich tot 2 à 4%, al naargelang de index.

[iii] Intussen is er wel nog de beruchte Jackson Hole toespraak van Fed-voorzitter Powell tijdens de hoogmis van de centrale bankiers in Wyoming. Vorig jaar bezorgde deze toespraak ons een flinke kater.

[iv] Zoals de Phillips-curve. Het hierbij veronderstelde verband tussen economische groei, inflatie en werkgelegenheid heeft in de praktijk nooit gewerkt, heeft geen enkele valabele theoretische onderbouw en maakt allerhande onrealistische veronderstellingen over de stabiliteit van het arbeidsaanbod. Economisten weten dat al sinds het einde van de jaren ’60 en houden er dan ook geen enkele rekening mee. Maar voor het eerst in de geschiedenis zijn de voorzitters van de belangrijkste centrale banken niet economisch opgeleid.

[v] Naar Godfried Bomans (1913-1971), die een dergelijke zin neerpende tijdens zijn fatale verblijf op een onbewoond Waddeneiland in juli 1971. Zijn voorgevoel bleek helaas juist, want enkele maanden nadien zeeg ook hij neer, tot onverwerkt verdriet van Vlaanderen en Nederland.

[vi] Ook deze maatregel was een gevolg van de Great Famine van ‘59-’61.

[vii] De pensioenleeftijd voor mannen en vrouwen was respectievelijk 61 en 60 jaar. Deze pensioengerechtigde leeftijd wordt geleidelijk opgetrokken over de komende jaren.

Waregem’s B-sure team groeit explosief: 3 Financial Butlers na slechts één Jaar

B-sure, de toonaangevende multi family office, kondigt met trots de uitbreiding van haar team in Waregem aan met de aanwerving van twee ervaren Financial Butlers, Christophe Steenhault en Stijn Van de Velde. Deze strategische stap onderstreept het continue groeitraject dat B-sure heeft ingezet sinds de opening van haar tweede vestiging in Waregem begin 2022.

 

Een Spurt in Groei onder Leiding van Experten

Christophe Steenhault, voormalig kantoordirecteur in Gent bij ING België en een sleutelfiguur in het uitbouwen van het kantoor van Bank Van Breda in Deinze, en Stijn Van de Velde, met een rijke ervaring bij Wilink en Fisher Investments, vervoegen het B-sure team.

 

“Met de komst van deze twee doorgewinterde professionals neemt de groei van ons kantoor in Waregem een spurt,” zegt Patrick Vandevelde, leidinggevende van de vestiging. “Hun expertise en ervaring zullen ons multi-disciplinair team van 17 experts versterken, waarmee we onze cliënten voorzien van een superieure en onafhankelijke financiële dienstverlening.”

 

Unieke Tools voor Financieel Geluk

 

De expansie in Waregem is onderdeel van een breder groeiplan, geaccentueerd door de recente participatie van aandeelhouder Sufina in B-sure. Met een hoofdkantoor in Hasselt, de vestiging in Waregem, en de unieke wealth tech tool door participatie in myFaro, zet B-sure zich sterk in om haar succesvolle ondernemers te begeleiden naar meer financieel geluk.

 

Over B-sure

 

B-sure, opgericht in 2009, is een vooraanstaand multi family office dat zich richt op het verstrekken van persoonlijke en hoogwaardige financiële dienstverlening. Als bankmakelaar en onafhankelijk verzekeringsmakelaar optimaliseert zij de opbouw, het beheer en de overdracht van het vermogen van haar klanten, zonder zelf een extra kost te vormen. Met een ervaren team en innovatieve tools, is B-sure dé vertrouwenspersoon voor succesvolle ondernemers en families bij het realiseren van hun financiële doelen en het beheren van hun familiaal vermogen.

 

 

Voor meer informatie bezoek onze website www.b-sure.eu.

 

B-sure NV

Scheepvaartplein 3

B-3500 Hasselt

Tel.: 011/23 69 55

FSMA-erkenning: 106568A-B

Unieke Tools voor Financieel Geluk 

 

B-sure TV: Frank Vranken (EDR) Update GVV Mandaat

Voka Fietst op bezoek bij B-sure

In navolging van het initiatief van VZW Ride to Unite en Stichting Pelicano waar B-sure één van de hoofdsponsors was. Organiseerden wij samen met Voka Fietst op 30 augustus een bijzondere fietstocht: “Voka Fietst voor Ride to Unite.”

B-sure heeft namelijk samen met Voka Fietst een nobel doel voor ogen: het inzamelen van middelen voor kansarme kinderen in België. Dit lovenswaardig streven krijgt ondersteuning van Stichting Pelicano en wordt mogelijk gemaakt dankzij de betrokkenheid van het Leonhuis in Hasselt.

Ondanks dat het een druilige zomerdag was, konden de renners toch vertrekken bij heldere hemel. 40 ondernemers opgesplitst in twee groepen, in functie van sportief niveau begonnen zo aan hun fietstocht doorheen verschillende Limburgse gemeentes. Na de fietstocht van om en nabij de 60km konden de renners genieten van een drankje en een heerlijke BBQ.

Zowel Stichting Pelicano als het Leonhuis gaf nog een woordje uitleg over hun werking en wat er met de opgehaalde middelen gebeurd.

Al bij al een zeer gezellige en geslaagde avond!

De Belgische staatsbon, een goede investering…of toch niet?

Bij het schrijven van deze post is er al meer dan 16  miljard aan kapitaal opgehaald van Belgische spaarders, dat maakt het Federaal Agentschap voor schuld bekend. De Belg zet sinds lange tijd haar spaargeld terug aan het werk, waarbij de gemiddelde inschrijver ongeveer voor een 35.840 euro intekent. Het mag gezegd, de Belgische staatsbon is een groot succes.  

De staatsbon is een particuliere lening uitgegeven door de staat. De overheid betaalt u een vooraf afgesproken intrest en op vervaldag ontvangt u uw kapitaal terug.  Een dergelijk instrument wordt als veilig beschouwd, gezien het risico op een faillissement (in dit geval van de Belgische overheid) bijzonder klein is. Een staatsbon houdt u best aan tot eindvervaldag. Indien u toch geld nodig heeft, kan u dit verkopen, maar kan de prijs lager zijn dan aan dewelke u gekocht heeft, en dit omwille van de renteschommelingen. Dit maakt dat de staatsbon gecategoriseerd word als een ‘minder liquide’ instrument.

Het doel van de Belgische overheid met deze uitgifte is om de banken onder druk te zetten om de rente op de spaarboekjes (waar miljarden euro’s op geparkeerd staan) te verhogen.

Oneerlijke concurrentie

De rentevoet voor deze eenjarige staatsbon bedraagt bruto 3,30%. Met de (door de wetgever) speciaal aangepaste roerende voorheffing van 15%, bedraagt de netto-opbrengst 2,81%. Laten we toch opmerken dat voor obligaties en termijnrekeningen de roerende voorheffing normaal 30% bedraagt. Dit gegeven brengt heel wat discussies en bedenkingen met zich mee. Men spreekt zelfs van oneerlijke concurrentie omdat de overheid de opgelegde spelregels voor banken, nu voor haar eigen product, de staatsbon, in haar voordeel veranderd heeft.

 Alternatieven

Verschillende (private) banken hebben de tarieven voor termijnrekeningen opgetrokken, waardoor bepaalde banken uitkomen op ongeveer hetzelfde netto tarief voor termijnrekeningen op 1 jaar, na de roerende voorheffing van 30%. Bepaalde instapdrempels zijn hier soms wel van toepassing.

De Duitse staatlening die in oktober 2024 op vervaldag komt, en een zogenaamde ‘zero coupon’ heeft, kan gekocht worden onder pari (lager dan 100%). Actueel levert deze lening een hoger rendement op dan de Belgische staatsbon. Natuurlijk moeten we wel de transactiekosten en de taks op beursverrichtingen (TOB) van 0,12 procent in gedachten houden. De Duitse staatlening biedt in vergelijking met de Belgische staatlening een hoger rendement, betere kredietwaardigheid en is bovendien vlot verhandelbaar.   

Ook zogenaamde ‘Money Market Funds’ of geldmarktfondsen brengen vandaag ongeveer 3% op. Geldmarktfondsen zijn fondsen die beleggen in kortlopende vastrentende effecten van overheden, zoals bijvoorbeeld staatsbons en veilige obligaties. Hierbij wordt rendement verkregen in de vorm van rente op obligaties of depositorente. Deze fondsen zijn dagelijks verhandelbaar en hebben een grotere risicospreiding over verschillende tegenpartijen. Dit wil zeggen dat men marktconform vergoed wordt en dat het geld bovendien vlot kan worden aangewend om in te spelen op beursontwikkelingen.

Beleggen met een plan

Een eerste stap hebben vele Belgen de voorbije week genomen, zijnde kijken of een deel van de liquide middelen die op spaar -en zichtrekening staan langer gemist (en dus belegd) mogen worden.  

De volgende oefening, en nog belangrijker, is om uw financiële behoeften en wensen in kaart te brengen op lange termijn.  

Bepaal daarom op een slimme manier, samen met uw Financial Butler uw beleggingshorizon en -risico en stel daarna een portefeuille samen, met een gezonde mix van liquide en kortlopende instrumenten, aangevuld met rente-instrumenten en aandelen(fondsen) en eventueel Private Equity investeringen voor de lange termijn. 

Het aanwasbeding: de grand cru van vermogensplanning tussen partners?

Met een aanwasbeding kunnen partners op een doeltreffende manier aan successieplanning doen. Met een aanwasbeding kan u elkaar beschermen en de erfbelasting volledig uitschakelen. Hoe werkt deze techniek precies en wat zijn de spelregels?  

Almaar populairder voor roerende goederen 

Een aanwasbeding wordt traditioneel voornamelijk gebruikt voor vastgoed, waarbij de gezinswoning die samen aangekocht werd, toekomt (‘aanwast’) aan de langstlevende partner. Omdat samenwonenden en gehuwden intussen fiscaal zo goed als gelijkgeschakeld zijn en er een vrijstelling voor de gezinswoning werd ingevoerd, wordt het aanwasbeding steeds minder gebruikt voor vastgoed.  

De techniek wordt wel steeds populairder voor roerende goederen. Het aanwasbeding heeft dan ook een sterke aantrekkingskracht. Fiscaal zijn er grote voordelen. Omdat het aanwasbeding een kanscontract is, heeft het geen kosteloos karakter. Daarom is een aanwasbeding principieel vrijgesteld van erfbelasting. Bovendien is de overdracht van een roerend goed via een aanwasbeding ook vrijgesteld van registratiebelasting en schenkbelasting en is de befaamde risicotermijn van drie jaar zoals bij een (niet-geregistreerde) bankgift of handgift niet van toepassing. We stellen vast dat het aanwasbeding in populariteit toeneemt, vooral voor beleggingsportefeuilles maar evenzeer voor aandelen van vastgoedvennootschappen of kunstwerken 

Reserveproof  

Naast de fiscale voordelen biedt de kwalificatie als kanscontract ook een krachtig civiel voordeel: de reservataire erfgenamen kunnen het aanwasbeding niet aanvechten.  Kinderen moeten de verkrijging door de langstlevende partner respecteren, ook al zou dezelfde verkrijging via bijv. een testament of een schenking hun reservatair erfdeel aantasten. Omdat het aanwasbeding geen kosteloos karakter heeft, wordt er geen rekening mee gehouden bij de berekening van het reservatair erfdeel van de kinderen. Aanwasbedingen zijn dus reserveproof en daarom bijzonder doeltreffend om de langstlevende partner te beschermen, bijv. ten koste van kinderen met wie er een slechte relatie is, of in een tweede huwelijk ten koste van de eigen kinderen die bij een normale vererving de omzetting van de blote eigendom in volle eigendom kunnen vorderen. Daarnaast kan u er met een aanwasbeding in slagen om een minderjarig kind of een kind met een zware beperking niet of minimaal bij de erfenis te betrekken, zonder te hoeven vrezen dat een vrederechter nadien diens reserve opeist.   

Evenwichtig kanscontract 

De term viel al een aantal keer: het aanwasbeding is een kanscontract. Wanneer twee partners een aanwasbeding sluiten, bijv. voor hun beleggingsportefeuille in onverdeeldheid, spreken zij af dat het eigendomsdeel van de eerststervende partner zal aanwassen bij het eigendomsdeel van de langstlevende partner.  In wezen gaat het om een ruil van kansen.  Elke partij ruilt de kans dat hij het langst leeft en de hele beleggingsportefeuille wint tegen de kans dat hij het eerst sterft en zijn helft van de beleggingsportefeuille verliest.  Om buiten het toepassingsgebied van erf- en schenkbelasting te vallen en reserveproof te zijn, moet het kanscontract evenwichtig zijn.  Dat houdt in dat iedere partner ongeveer een gelijke kans moet hebben om het eigendomsdeel van de andere partner te verwerven en een gelijke inbreng moet doen. Dat is niet het geval wanneer beide partners een sterk verschillende levensverwachting hebben, omdat één van hen bijv. veel ouder is of zwaar ziek is. Kleine verschillen (ook bijv. 5 jaar) in leeftijd zijn in principe toegelaten, al bestaan er geen officiële grenzen. De criteria worden beoordeeld op het ogenblik dat het aanwasbeding wordt gesloten. Onverwachte gebeurtenissen nadien, bijv. een kankerdiagnose of een plotse waardestijging van de ingebrachte aandelen, hebben geen invloed. We geven u nog mee dat het sinds 2019 in Vlaanderen verboden is om een ongelijke levensverwachting te compenseren met een ongelijke inbreng.  

Alleen voor eigen goederen?  

Wettelijk of feitelijk samenwonende partners kunnen steeds een aanwasbeding sluiten. Ook (al dan niet samenwonende) broers en zussen die elkaar willen begunstigen kunnen hun toevlucht zoeken tot een aanwasbeding om de torenhoge erfbelastingtarieven in de zijlijn (tot 55%) te ontwijken. Daarnaast kunnen ook echtgenoten een aanwasbeding sluiten. Tussen echtgenoten kan een aanwasbeding evenwel alleen maar gesloten worden voor eigen goederen en goederen die in onverdeeldheid gehouden worden (bijv. elke echtgenoot heeft 50% van de beleggingsportefeuille als eigen goed). Een aanwasbeding is niet mogelijk voor goederen uit de huwgemeenschap. Zijn de echtgenoten gehuwd onder het stelsel van zuivere scheiding van goederen, stelt zich geen probleem. Omdat tussen hen geen huwgemeenschap bestaat, kunnen zij over al hun goederen aanwasbedingen overeenkomen. Als de echtgenoten daarentegen gehuwd zijn onder het wettelijk stelsel, is een aanwasbeding enkel mogelijk voor de goederen die zij reeds vóór het huwelijk hadden of tijdens het huwelijk erfden of geschonken kregen.  

Ook voor gemeenschappelijke goederen? 

Kan er dan geen aanwasbeding worden gesloten voor gemeenschappelijke goederen? Misschien toch, weliswaar via een kleine omweg. Echtgenoten kunnen gemeenschappelijke goederen uit hun huwgemeenschap overhevelen naar hun beide eigen vermogens (via een eenvoudige wijziging van het huwelijkscontract) en nadien een aanwasbeding sluiten.  

In het verleden bestempelde de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) deze techniek echter meestal als fiscaal misbruik, met als gevolg dat VLABEL geen rekening hield met het aanwasbeding bij het eerste overlijden. Maar zeer recent gaf het Hof van Cassatie VLABEL ongelijk in een gelijkaardige zaak. Het Hof oordeelde dat echtgenoten geen fiscaal misbruik pleegden door goederen uit hun huwgemeenschap naar hun eigen vermogen over te hevelen. Weliswaar werd de symmetrische uitbreng hier gevolgd door een schenking en geen aanwasbeding, maar toch zijn er sterke argumenten in het arrest te vinden om te stellen dat ook een aanwasbeding na een symmetrische uitbreng wel degelijk mogelijk is.   

 

Bent u gewonnen voor het aanwasbeding? Contacteer ons dan gerust voor een vrijblijvend gesprek.  

Herweging Nasdaq vanwege dominantie techreuzen

De Amerikaanse Nadaq ondergaat een buitengewone herweging op 24 juli omdat de zeven technologiereuzen te dominant zijn geworden. Samen zijn ze goed voor ruim de helft van de index. Dat gaat veranderen.

De Nasdaq-100 Index ondergaat een buitengewone herweging op maandag 24 juli om overconcentratie tegen te gaan. De technologiereuzen Microsoft, Amazon, Nvidia, Apple, Tesla, Meta en Alphabet zijn zo groot geworden dat de index uit balans is geraakt.

De Nasdaq-100 Index omvat 100 aandelen van niet-financiële bedrijven die aan de Amerikaanse Nasdaq genoteerd zijn. De index is synoniem geworden voor beleggen in technologie, aangezien alle grote technologiebedrijven erin vertegenwoordigd zijn. De index is een benchmark geworden voor beleggingsfondsen en ETF’s wereldwijd. Fondsen die de Nasdaq-100 Index volgen, omvatten bijna $300 miljard wereldwijd. Onderstaande lijst geeft weer welke beleggingsfondsen met een beheerd vermogen van meer dan $1 miljard de Nasdaq-100 volgen:

 

List of the biggest funds tracking the Nasdaq 100.

Brcn: Morningstar Direct. Data per 11 juli 2023

 

De buitengewone herweging van de Nasdaq-100 Index omvat volgens de methodologie van de index het volgende: “A special rebalance may be conducted at any time based on the weighting restrictions described in the index rebalance procedure if it is determined to be necessary to maintain the integrity of the Index”. De buitengewone herweging zal niet leiden tot het verwijderen of toevoegen van effecten. In plaats daarvan is de herweging bedoeld om de concentratie in de grootste namen te verminderen.

De herweging van 24 juli 2023 is de derde buitengewone herweging in de geschiedenis van de Nasdaq-100 Index. De eerdere twee vonden plaats in 1998 en in 2011.

 

Waarom deze buitengewone herweging?

Groei-aandelen waren de drijvende kracht achter de marktrally in de eerste helft van 2023 en dat was gunstig voor de Nasdaq-100 Index omdat die veel aandelen omvat die tot de groei-stijl gerekend worden. De performance van een kleine groep mega-cap aandelen die we kennen onder omschrijving Magnificent Seven was de aanjager achter de rendementen van de index en de bredere markt. Dat zijn deze zeven aandelen:

• Microsoft MSFT (Year-to-date rendement 38,9%)

• Apple AAPL (45,5%)

• NVIDIA NVDA (188,7%)

• Amazon.com AMZN (51,3%)

• Tesla TSLA (118,9%)

• Meta Platforms META (144,4%)

• Alphabet Class A GOOGL (31,9%) en Class C GOOG (31,7%).

Deze zeven bedrijven (combining Alphabet’s share classes) hebben de hoogste wegingen in de Nasdaq-100 Index en zijn samen goed voor bijna 55% van de index. De concentratie is in de loop van 2023 alleen maar sterker geworden, blijkt uit deze grafiek over het Invesco QQQ fonds, met afstand het grootste fonds uit het bovenstaande overzicht:

 

Line chart showing the change in % of assets of QQQ's top 10 holdings from 2002 through June 2023.

Bron: Morningstar Direct. Data van januari 2002 tot juli 2023

 

Wat verandert er op 24 juli?

Dat de Nasdaq-100 Index uit zijn evenwicht is, is al lang bekend en de speciale herbalancering is bedoeld om dat groeiende concentratierisico aan te pakken. Hoe Nasdaq dat precies gaat aanpakken, is minder duidelijk. We verwachten dat de wegingen van de Magnificent Seven zullen dalen, maar niet extreem veel. De top-10 posities van de index maken al langere tijd meer dan 50% van de assets uit. Er wordt dus niet verwacht dat de aanpassingen het huidige niveau van 59% significant zullen veranderen.

Fondsen die de Nasdaq-100-index volgen, zullen een stukje van hun top-posities in portefeuille moeten verkopen in de mate die door de index wordt voorgeschreven en zij zullen dat geld vervolgens alloceren aan andere aandelen in de portefeuille. Beleggers in fondsen die de Nasdaq-100 Index volgen, beginnen 24 juli met een gewijzigde portefeuille. De verschillen zullen niet groot zijn, maar het fonds zal toch anders zijn.

De fondsportefeuilles krijgen te maken met transactiekosten als gevolg van de herschikking, wat een lichte rem op de prestaties zou kunnen veroorzaken. De verkoop van plukken goed presterende aandelen brengt mogelijk een belastingaanslag voor fondsen met zich mee. Beleggingsfondsen kunnen bijzonder gevoelig zijn voor uitkeringen van vermogenswinsten.

De meeste beleggers in Amerikaanse aandelen zullen op zijn minst indirect worden beïnvloed door de herschikking. Miljarden dollars aan aandelen zullen worden gekocht en verkocht als reactie op de herschikking. Gelukkig zal de verkoop plaatsvinden in enkele van ’s werelds meest liquide aandelen, wat betekent dat de prijsimpact beperkt zou moeten zijn. Markten kunnen een iets hogere volatiliteit ervaren naarmate de veranderingen bekend worden en de markt herpositioneert.

Niets is onmogelijk 

Ondanks de elf-en-dertigste renteverhoging van de Fed, weigert de Amerikaanse economie te kraken. Integendeel, het BBP steeg in het afgelopen kwartaal zelfs omerkelijk meer dan verwacht. Deze verrassende aanwas mag grotendeels worden toegeschreven aan een beduidende toename van bedrijfsinvesteringen. Particuliere consumptie verliest echter aan momentum. Dit laatste verontrust ons nauwelijks. Het eerste verbaast ons evenmin.

Bedrijven kijken immers naar de toekomst, zijn alert voor de vele opportuniteiten die zich dan aanbieden en bereiden zich daar nu op voor met investeringen in infrastructuur en automatisatie. Hun toekomstvisie overstijgt het ongerijmde beleid van hun centrale bank.

Consumenten kijken naar het heden waar ze tijdelijk gehinderd worden door opgelopen financieringskosten en prijsstijgingen die een snellere pas aanhielden dan hun nominale loonsverhogingen. Vanaf de tweede jaarhelft wordt echter een betekenisvolle stijging van de koopkracht vooropgesteld, zodat de consumptieve bestedingen in 2024 kunnen toenemen.

De laatste inflatiecijfers bevestigen intussen de neerwaartse trend die zich in de VS al medio 2022 inzette. Het groeiritme van de totale prijsindex daalt zelfs opvallend sneller dan werd waargenomen tijdens de vorige inflatiegolf, in de duistere beginjaren van de eighties. De kerninflatie volgt een gelijklopend parcours als destijds.

Grafiek 1: Evolutie CPI inflatie in de VS tussen 01/1979-12/1982 en 03/2019-07/2023

Evolutie CPI inflatie in de VS tussen 01/1979-12/1982 en 03/2019-07/2023

Als deze dalende tendens zich weet door te zetten in de cijfers die in augustus en september worden gepubliceerd, is er geen enkele reden meer om de beleidsrente nog verder op te trekken. Maar de groep die nu aan het roer van de centrale bank staat, wil kost wat kost het verwijt vermijden dat ze zich niet alleen ruim overslapen hebben bij de start van de inflatiegolf maar vervolgens ook nog te vroeg van het slagveld zijn weggewandeld. Dat hiermee een onnodige recessie dreigt te worden uitgelokt, is voor hen hoogstens wat collateral damage en is verwaarloosbaar in het perspectief van hun hogere doel. Vandaar dat de swapmarkten toch nog een kans van 30 % geven aan een verdere verhoging met 25 basispunten in november.

De sterker dan verwachte economische prestatie van het voorbije kwartaal geeft ook geen enkele garantie over het verloop van de conjunctuurindicatoren in de tweede jaarhelft van 2023, wanneer het bedrijfsleven en de consumenten het volle gewicht van de sterk gestegen rentevoeten moeten torsen.

Deze verwachte terugval van de economische activiteit zal naar alle waarschijnlijkheid niet als een officiële recessie geboekstaafd worden. De criteria die NBER1 hiervoor hanteert, leggen veel nadruk op de arbeidsmarkt en die blijft tot nader order zeer robuust.

Voor de paradox van een zwakke conjunctuur in combinatie met een hoge tewerkstellingsgraad, is de oplossing snel gevonden. De generatie babyboomers2 verlaat momenteel in dichte drummen de arbeidsmarkt en hun vertrek wordt in onvoldoende mate opgevangen door nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Deze situatie zal overigens pas na 2030 milderen en bedrijven intussen verplichten om verregaand te automatiseren3.

Deze demografische trend geldt in overtreffende trap voor Europa en laat zich ten volle gelden op de Chinese economie. De Rode Reus ondergaat de consequenties van de eenkindpolitiek die was opgelegd tussen 1975 en 2015 en er nu voor zorgt dat de fabrieken in toenemende mate onvoldoende gekwalificeerde mankracht vinden om hun bulkproductie op peil te houden. Ondanks deze zeer voorspelbare ontwikkeling, wist de Chinese overheid haar economische structuren niet tijdig bij te sturen, met de zoveelste opeenvolgende zwakke lezing van de conjunctuurindicatoren tot gevolg.

De verregaande stimuleringsmaatregelen ten spijt, blijken ook de doorgedreven rentedalingen en verlagingen van de bancaire kapitaalratio’s weinig of geen impact te hebben en dienen de groeivooruitzichten keer op keer neerwaarts te worden bijgesteld. Toch veert de Chinese beurs (als een van de laatste) op, maar zolang er geen tastbare tekens zijn van het hernemen van de industriële activiteit, zien we elders betere alternatieven.

De Europese aandelenmarkt laat zich intussen van haar betere kant bewonderen. Na jarenlang te hebben moeten aankijken tegen een toenemende kloof met haar Amerikaanse concurrenten, wist de aandelenindex van de eurozone als eerste het koersniveau van 1 januari 2022 te overstijgen en dat ondanks het feit dat de rentetarieven over deze periode op dramatische wijze zijn gestegen en de energiebevoorrading in de eurozone kwetsbaarder lijkt voor geopolitieke ontwikkelingen dan de VS.

Het economische momentum oogt in de eurozone daarenboven veel zwakker in vergelijking met het groeiritme aan de overzijde van de Atlantische Plas. De laatste rentestijging van de ECB lijkt daarom weinig onderbouwd te zijn. De verhoging van de beleidstarieven dienen immers om de economie af te koelen. Maar er is nauwelijks economische groei… Wat hoopt de ECB dan eigenlijk te bereiken met de zoveelste rentestijging?

De Europese inflatie blijft weliswaar hoog maar de verwachte ontwikkeling van de prijsindicatoren laat zich gemakkelijk raden op basis van eerdere ontwikkelingen in de VS. De kerninflatie is in de eurozone zo mogelijk nog koppiger dan in de VS, maar dat ligt vooral aan de industriële structuur en de macht van een beperkt aantal toeleveranciers, waardoor de concurrentiële krachten hun werk niet kunnen doen.

Greedflation kan hierdoor ongebreideld zijn gangetje gaan, zodat stijgingen van grondstoffenprijzen ongehinderd hun weg vinden naar de kassa van de grootwarenhuizen maar dalingen zich (in het beste geval) tergend langzaam doorzetten. Met de spreekwoordelijke 5 minuten politieke moed kan men de inflatie in de eurozone veel efficiënter bedwingen dan met de aderlatingen die de Europese centrale bank nu oplegt.

De rentestijgingen die de ECB doorvoert zijn slechts een slaafse kopie van wat er in de VS gebeurt. In beide gevallen jagen de hogere financieringskosten de inflatie alleen verder aan en bestendigen ze de kerninflatie op een hoog niveau. Rentestijgingen hebben een averechts effect wanneer de inflatie toeneemt door stijgende kosten en zijn alleen (in beperkte mate) nuttig wanneer de inflatie wordt veroorzaakt door toenemende vraag.

De onvergeeflijke redeneringsfout van de centrale bankiers in Frankfurt en Washington is dat ze de robuuste arbeidsmarkt verwarren met sterk economisch momentum. Het eerste wordt veroorzaakt door specifieke demografische verschuivingen, het tweede is er gewoon niet in Europa en blijft beperkt in de VS.

Maar de aandelenbeurzen laten het voorlopig niet aan hun hart komen. Het vooruitzicht dat de inflatie binnen afzienbare tijd voldoende zal zijn afgenomen, in combinatie met een economisch herstel dat zich vanaf het eerste kwartaal van 2024 kan doorzetten, drijft de beurzen schoksgewijs hoger. Eerst nog wiebelend op de benen na de kaakslag in 2022, maar nu met een ietwat vastere tred. De meeste beurzen benaderen of overtreffen zelfs de niveaus van eind 2021. Zij het nipt…

Grafiek 2: Evolutie van enkele wereldbeurzen sinds 1 januari 2022 (return in euro)

Evolutie van enkele wereldbeurzen sinds 1 januari 2022 (return in euro)

Eind juli 2023 staat de MSCI-wereldindex (net return in euro) welgeteld 0,4 % hoger dan op 1 januari 2022.  Op basis van de returnindex in euro overtreft de NASDAQ het niveau van begin 2022 met 0,9 %. De S&P-index en de Dow Jones voegen respectievelijk 1,9 % en 2,3 % toe.

Niet erg indrukwekkend, horen we u zeggen. Toch wel. Als we de inflatie-opstoot, het paniekerige mistasten van de centrale bankiers en de vervaarlijke geopolitieke ontwikkelingen mee in rekening brengen, dan zijn deze prestaties zeer achtenswaardig. Zeker wanneer ook de eurozone- en de FANG4-index in beeld worden gebracht. Laatstgenoemde steeg met 12 % sinds het begin van 20225.

Grafiek 3: Evolutie van obligaties, aandelen en bankaandelen in de eurozone

Evolutie van obligaties, aandelen en bankaandelen in de eurozone

Maar de grootste verrassing wordt toch gevormd door de verbazend sterke prestatie van de Europese aandelenindices, in scherp contrast met de Europese obligaties die als wrakhout blijven ronddobberen. Ondanks een tragere economische groei en haar proximiteit met het militaire conflict, bleek de beursindex van de eurozone de eerste te zijn die terug boven water wist te komen. Hierbij is er ongetwijfeld sprake van een inhaalbeweging, waarmee overigens slechts een beperkt deel van de opgelopen achterstand met de VS6 werd goedgemaakt.

Toch blijft het opvallend dat een deel van dat verloren terrein precies nu wordt gerecupereerd. De oplossing voor dit raadsel is snel gevonden. De eurozone-aandelenindex bestaat voor een belangrijk deel uit financiële waarden (17 %) en kent aan ASML en LVMH (terecht) een groot gewicht van respectievelijk 5,5 % en 5 % toe. Beide aandelen kenden een belangrijke koersopstoot in 2023, terwijl de Europese grootbanken hun marges op substantiële wijze vergroten op basis van het verschil tussen de interbancaire rente en de vergoeding die op spaarrekeningen wordt geboden. Het winstniveau van de Europese banken bereikt hierdoor (bijna) terug het niveau van … 2000.

Grafiek 4: Verwachte winst Europese en Amerikaanse banken sinds 2000

Verwachte winst Europese en Amerikaanse banken sinds 2000

Of een dergelijke praktijk houdbaar is over een langere periode, wordt echter openlijk in vraag gesteld. Feit is dat de index van de Europese commerciële banken recent een flinke koersopsprong heeft gerealiseerd, die enkel wordt overtroffen door de FANG- en NASDAQ-index. Toch blijven we voorrang geven aan investeringen die steunen op een solide onderbouw en nauw aansluiten bij een interessante trend op lange termijn. Cybersecurity, cloudapplicaties, automatisatie, meet- en regeltechniek (of nanotech, zoals dat nu heet) en specifieke consumptieve bestedingspatronen.

Gelet op de moeilijke economische, financiële en geopolitieke context waarbinnen de recente beursstijgingen zich hebben afgetekend, kan de vraag niet uitblijven of de bereikte waarderingsniveaus nog verantwoord zijn.

Op het eerste gezicht lijken de huidige koers-winstverhoudingen bijzonder hoog. Wanneer de sterk opgelopen rentevoeten mee in rekening worden gebracht, dan lijkt er van een redelijke waardering geen sprake meer te kunnen zijn. De combinatie van beide elementen leidt immers tot een bijzonder lage risicopremie en dat laatste is precies de additionele vergoeding die een investeerder in aandelen hoopt te verkrijgen. Dit lijkt te wijzen op onrealistisch dure aandelenmarkten.

Bij nader toezicht blijkt de huidige waardering echter uit te gaan van het verwachte winstniveau dat medio 2024 bereikt zal worden. Een moedig standpunt waarmee een gewaagde sprong in de toekomst wordt gemaakt, naar de periode wanneer het verwachte economische herstel de povere tweede jaarhelft van 2023 naar de geschiedenisboeken zal hebben verwezen. Vermoedelijk toch…

Een dergelijk gedurfd uitgangspunt staat garant voor regelmatige inzinkingen en koerscorrecties. Maar de aandelenbeurzen zijn voor geen kleintje vervaard, zeker niet nadat met winst kan worden teruggekeken op een periode met de ergste gezondheidscrisis in 100 jaar, het gevaarlijkste geopolitieke conflict in 60 jaar, de meest afschrikwekkende opstoot van voedsel-, grondstoffen- en energieprijzen in 40 jaar, de hoogste inflatiegolf sedert 1981 en de meest bedenkelijke ingrepen van de centrale bankiers sinds mensenheugenis. Niets lijkt dan nog onmogelijk of onoverkomelijk.

Trouwens, zoals onze favoriete filosoof7 het ons wist te stellen: Niets is onmogelijk? Ik doe de hele dag niks, dus het is wel degelijk mogelijk.

1 National Bureau of Economic Research

2 Generatie, geboren tussen 1946 en 1964, met een piekperiode rond 1960.

3 Delokalisatie is een andere optie maar die heeft enorm aan populariteit verloren na de coronacrisis.

4 De Fang-index bestaat onder meer uit Meta, Microsoft, Apple, Amazon, Alphabet en Nvidia

In dat vermaledijde jaar verloor deze trendgevoelige index bijna 40 % van zijn waarde, maar met een verschroeiende spurt in 2023 werd dat meer dan goedgemaakt. Vergeet hierbij niet dat een index die 40 % van zijn waarde verliest, nadien 67 % moet stijgen om terug op het initiële koersniveau te komen).

6 51 % in eurotermen over de laatste 5 jaar.

Winnie de Poeh

Schenking van uw vastgoedvennootschap: kaasroute versperd. Omleiding via bierroute?

De aandelen van uw vastgoedvennootschap schenken voor een Nederlandse notaris heeft op fiscaal vlak al een tijdlang geen enkele zin meer. Steeds meer manifesteert de inbreng van de vastgoedvennootschap in een maatschap ten behoeve van kinderen zich als een volwaardig alternatief voor de versperde kaasroute. Maar hoe werkt deze bierroute nu precies?

Vastgoed schenken

Wanneer u vastgoed bezit, is het interessant om dat vastgoed al tijdens uw leven over te dragen aan uw kinderen. Een schenking van vastgoed is op fiscaal vlak doorgaans goedkoper dan een vererving ervan. U kan aan uw kind immers iedere drie jaar tot 150.000 EUR vastgoed schenken aan het laagste tarief van 3%. Wanneer het vastgoed pas overgaat bij uw overlijden, kan uw kind slechts eenmaal gebruik maken van het laagste tarief van 3% voor de eerste schijf van 50.000 EUR vastgoed. De resterende vastgoedwaarde wordt belast aan 9% tot 27%.

Vastgoedvennootschap schenken

Vaak wordt vastgoed evenwel aangehouden via een vastgoedvennootschap (bijv. een BV of een NV). De spelregels zijn dan totaal anders omdat de aandelen van een vastgoedvennootschap “roerende goederen” zijn.

De aandelen van een vastgoedvennootschap zijn doorgaans op naam, zodat de schenking ervan verplicht voor een notaris moet gebeuren. Een Belgische notaris is verplicht om de schenkingsakte bij de overheid te registreren. Die registratie maakt schenkbelasting verschuldigd. De schenkbelasting op roerende goederen bedraagt steeds 3%. In tegenstelling tot fysiek vastgoed neemt de belasting hier niet toe naarmate de geschonken waarde stijgt.

Om deze schenkbelasting van 3% te ontwijken, zochten veel Belgen in het verleden hun toevlucht tot een Nederlandse notaris (de zgn. kaasroute). Een Nederlandse notaris is in tegenstelling tot een Belgische niet verplicht om de schenkingsakte te registeren. Zo kon de schenking onbelast plaatsvinden.

Sinds 15.12.2020 biedt het schenken van aandelen van een vastgoedvennootschap voor een Nederlandse notaris geen voordeel meer, omdat Belgen nu verplicht zijn om hun buitenlandse schenkingsakte in België te registreren (en schenkbelasting te betalen).

Maatschap to the rescue!

Een maatschap is een doeltreffend, eenvoudig en relatief goedkoop instrument dat in het kader van een successieplanning geregeld wordt gebruikt om de controle te behouden over de goederen die bij leven aan de volgende generatie worden geschonken.

Ouders kunnen ervoor opteren om de aandelen van hun vastgoedvennootschap in te brengen in een maatschap. Daarbij worden de deelbewijzen van de maatschap die ouders in ruil voor hun inbreng ontvangen rechtstreeks ingeschreven op naam van de kinderen, waardoor die eigenaar worden. Dat is een zogenaamde inbreng ten behoeve van een derde. Nadien bevestigen ouders en kinderen in een onderhands bewijsdocument (pacte adjoint) dat de inbreng gebeurde met het oogmerk om de kinderen te begiftigen. Zo’n onrechtstreekse schenking moet niet verplicht voor een notaris gebeuren, maar mag ook onderhands. Er wordt dus alleen schenkbelasting geheven wanneer het bewijsdocument vrijwillig ter registratie wordt aangeboden. Ouders en kinderen kunnen er uiteraard voor kiezen om dat niet te doen. In dat geval speelt alleen de risicotermijn van drie jaar. Wanneer ouders nog minstens drie jaar na de schenking in leven blijven, zal de vermogensoverdracht richting de kinderen nooit meer belast worden. Dit is in een notendop de Vlaamse variant van de kaasroute, ofwel de bierroute.

Kan de Vlaamse Belastingdienst de bierroute smaken?

In twee recente voorafgaande beslissingen (nr. 22069 en nr. 22070) heeft de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) de techniek van de bierroute erkend en heeft zij bevestigd dat er geen sprake is van fiscaal misbruik. Daarmee lijkt de bierroute nu volledig vrije baan te hebben. Of toch niet? Mogelijk vormt de techniek misbruik  van de registratieplicht uit het wetboek van registratierechten. Over dit heikel punt moet de fiscus zich nog uitspreken. Waakzaamheid blijft dus nog even geboden. In de politiek gaan ondertussen ook stemmen op om paal en perk te stellen aan de bierroute door een algemene registratieverplichting te voorzien voor alle soorten schenkingen.

Wij volgen dit verder voor u op zodat u met een gerust gemoed aan het stuur van uw successieplanning zit. Afhankelijk van uw concrete bekommernissen, wensen én de actuele stand van de wetgeving zullen wij u de juiste route aanwijzen.