Link gekopieerd

B-sure

to read this

Maak een afspraak

B-sure het laatste nieuws

Grondwettelijk Hof vernietigt effectentaks

Beleggers moeten vanaf volgend jaar geen effectentaks meer betalen op hun effectenrekeningen met een waarde boven de 500.000 euro.

Het Grondwettelijk Hof heeft gisteren de wet vernietigd die sinds 2018 een taks verschuldigd maakt voor personen die titularis zijn van één of meer effectenrekeningen in België of in het buitenland. Indien hun totale aandeel minstens 500.000 euro bedraagt, zijn zij een taks van 0,15 procent verschuldigd.

Volgens ons hoogste rechtscollege is deze belasting in strijd met onze grondwet “omdat ze op meerdere punten het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schendt”.

De eerste vastgestelde schending van het gelijkheidsbeginsel betreft het feit dat sommige financiële instrumenten op een effectenrekening belastbaar zijn en andere niet. Zo zijn aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, kasbons en warrants onderworpen aan de taks. Maar derivaten (zoals opties, futures, swaps,…) en vastgoedcertificaten zijn vrijgesteld van de taks. Volgens het Hof is dit onderscheid tussen financiële instrumenten “kennelijk onredelijk”.

Voorts merkt het Hof op dat aandelen slechts onder de taks vallen wanneer ze worden aangehouden op een effectenrekening. Aandelen op naam, die zijn ingeschreven in het aandelenregister, ontsnappen aan de taks. “Het Hof meent dat er geen verantwoording is voor dat verschil in behandeling, aangezien aandelen op naam eveneens een vermogensbarometer vormen”.

Ten slotte acht het Hof het discriminerend dat een persoon die in werkelijkheid een effectenportefeuille van 500.000 euro of meer bezit, kan ontsnappen aan de belasting wanneer de effectenrekening op naam van verschillende titularissen staat.

De wet bepaalt immers dat wanneer een effectenrekening op naam van meerdere titularissen staat, de bank die instaat voor de inhouding van de taks ervan dient uit te gaan dat het aandeel van elk van de titularissen gelijk is. Wanneer de waarde aan financiële instrumenten bijvoorbeeld 700.000 euro bedraagt en de effectenrekening op naam van twee titularissen staat, dient de bank ervan uit te gaan dat elke titularis 350.000 euro op die rekening bezit. Vermits de taks slechts verschuldigd is wanneer de drempel van 500.000 euro wordt bereikt, worden beide titularissen volgens de wet vrijgesteld van de taks, ook wanneer zij onderling een regeling zouden hebben uitgewerkt die inhoudt dat de ene titularis in werkelijkheid 600.000 euro bezit en de andere slechts 100.000 euro.

Hierdoor kunnen bepaalde beleggers aan de taks ontsnappen (door spreiding over meerdere titularissen), terwijl de natuurlijke personen die hun effectenrekeningen niet in onverdeeldheid houden, wel meteen aan die taks onderhevig zijn. Opnieuw vindt het Hof dit verschil in behandeling “kennelijk onredelijk”.

Om budgettaire en administratieve moeilijkheden te voorkomen” geldt de vernietiging van de taks alleen voor de toekomst. De voor het jaar 2018 verschuldigde taks blijft dus verschuldigd en moet niet door de Staat worden terugbetaald. Meer nog, vermogende beleggers moeten eind dit jaar voor het tweede jaar op rij de effectentaks betalen. Pas vanaf 2020 is de taks niet meer verschuldigd.

De beslissing om de taks voor 2019 niet te vernietigen oogst bij heel wat specialisten kritiek, aangezien de inhouding, aangifte en betaling voor dit jaar nog moeten gebeuren. Men bekijkt momenteel ernstig of er nog volgende gerechtelijke stappen mogelijk zijn.

To be continued…

Meer weten over de effectentaks? Kom gerust langs, onze experts helpen u graag verder met professioneel advies.